Wat is mijn passie voor eten?
Ik keek altijd mee in de keuken bij mijn oma en mijn moeder. Mijn limburgs-brabantse oma is van de stempel die de oorlog heeft meegemaakt. Dan krijg je dus een mix van Bourgondisch, maar ook zuinig en bescheiden. Mijn oma woonde vroeger trouwens in een Limburgs dorpje. Ze woonde in een huis in de dorpsstraat met een heeeele lange tuin met fruit- en groente zo ver je kon kijken. Dit alles resulteerde bij mijn oma dan in Oerhollandse gerechten. Groenten kwamen van het eigen landje, de piepers werden zelf geschild en dit alles werd geserveerd met – zo ging dat vroeger – goede lappen vlees. Ook weer niet te gek groot hoor, maar wel met een flinke klont roomboter.
Zelf was ik altijd fan van haar kersenstruif (dikke pannenkoeken met kersen). Ook was ik altijd reuze gebiologeerd door de manier waarop er in een handomdraai een jus werd gemaakt of een sausje gebonden. Ik kan me ook herinneren dat er altijd soep op tafel kwam. Als kind vond ik de groentebouillonnetjes met zelfgedraaide gehaktballetjes wel iets TE gezond. Ik was doller op de gebonden champignonsoep. Nu zou je me wakker mogen maken voor haar groente-bouillon. Verder heb ik nog wel heimwee naar het plukken van de kruisbessen. De kruisbessen werden gemaakt tot jam en die kreeg je dan mee naar huis. Op den duur was je het dan wel weer beu, want dan was het even kruisbessen in de yoghurt, kruisbessen op je brood, kruisbessen als tussendoortje etc.
In de studententijd had ik profijt van de kooklessen van mijn oma. Als ik kookbeurt had, dan tekende iedereen wel in, want bij mij kon je altijd een lekker maal verwachten. Ik heb ook menig huisgenoot uit moeten leggen hoe je nu een appeltaart bakt. (Het sluipt er in hè?, in de generaties…instant enzo). In mijn 2e jaar van de studietijd ging ik bij de vrouwelijke gastronomen. Dat was een damesclub die kookte voor partijen. Dan kon je dus je lol op met een groot budget. Lekker naar de Hanos (dat heette toen nog anders ISPC geloof ik) en groots inslaan. We maakten vismoussen op spiegelplaten, beenham met rode portsaus, soesjesbergen als dessert, gevulde cherrytomaatjes als amuse. In die laatste was ik niet zo’n ster. Doe mij maar het groffere werk.
Nu ben ik dus op het punt van VoetprintCooking™ beland. Dat brengt ook thuis de nodige discussies met zich mee. Piepende kinderen over de champignonstukjes. Manlief die smekend om een lappie vlees vraagt. Zelfs petities van LLink die pas worden getekend in ruil voor vlees. Op feestjes komt iedereen meteen met de bitterballen naar manlief gerend; “Hier, kom je tenminste aan je vleestax”.
Ach ja, inmiddels raak ik ook wel eens zwaar gefrustreerd als ik meedoe aan de “No impactweek”. Zeker als je je bevindt in het Hof van Saksen en je mag niks nieuws kopen. Probeer dat dan maar eens vol te houden als iedereen uitgebreid wil lunchen buiten de deur. Ondertussen liggen de kliekjes van de zaterdagavond in ons vakantiehuisje op ons te wachten, wat moet je dan? Ik zal het eerlijk vertellen; ik heb niet meegeluncht, maar toen we gingen borrelen in een cafeetje ben ik toch echt gezwicht voor het witte biertje. Beter inconsequent goed, dan consequent fout….
Nog steeds vind ik het erg leuk om voor mensen te koken en lekker lang te tafelen. Nu komt daar nog de extra uitdaging bij om het op een energie lage manier te doen. Ik vind het dan weer extra leuk als mensen daar dan van genieten en dat ik ze laat zien hoe dat net zo makkelijk kan.
Hoi Dorien, wat een leuk artikel, ik herken er heel veel van , zeker die limburgse kookwijzen van mijn moeder
groeten
leo
Pingback: NIW NL is voorbij! Laatste ervaringen van deelnemers | No Impact Week NL